Medicijnen zijn niet altijd nodig. Soms kun je vanzelf genezen. Als je bijvoorbeeld maar genoeg rust neemt. En soms is er helemaal niets met je aan de hand. Dan is een praatje met de dokter al genoeg om je gerust te stellen.

We hebben vandaag al veel meer medicijnen dan pakweg vijftig of honderd jaar geleden. Toch zijn er ook vandaag voor een heleboel ziektes nog altijd geen medicijnen. Denk maar aan aids of aan bepaalde soorten kanker. Soms duurt het jaren voor men een goed medicijn kan maken. Soms vindt men medicijnen die de ziekte remmen. Als je die medicijnen neemt, wordt je niet zieker. Maar je geneest er ook niet van.

Stel je even voor: je moet elke dag drie verschillende pillen nemen, maar ze hebben alle drie dezelfde vorm en dezelfde kleur! Geef toe, dat zou heel verwarrend en soms zelfs gevaarlijk kunnen zijn. Daarom maakt men pilletjes in zoveel mogelijk verschillende vormen en kleuren.

Stel je even voor: je moet elke dag drie verschillende pillen nemen, maar ze hebben alle drie dezelfde vorm en dezelfde kleur! Geef toe, dat zou heel verwarrend en soms zelfs gevaarlijk kunnen zijn. Daarom maakt men pilletjes in zoveel mogelijk verschillende vormen en kleuren.

Het correcte woord voor poepsnoepje is zetpil. Zetpillen zijn medicijnen die niet langs je mond naar binnen gaan, maar langs je poepgaatje. Omdat kleine kinderen nog geen pillen kunnen slikken, krijgen ze een poepsnoepje. Dan mogen ze niet meteen drukken, want dan is de pil er zo weer uit. Soms krijgen ook grote mensen een zetpil. Maar dat gebeurt minder vaak.

In het laboratorium zoeken mensen soms jaren naar een geneesmiddel voor een bepaalde ziekte. Soms testen ze nieuwe medicijnen op proefdieren, daarna op mensen. Pas als een nieuw medicijn helemaal klaar is, wordt het in grote hoeveelheden gemaakt. Dat gebeurt in een chemische fabriek. Daarna kun je het bij de apotheek kopen. Sommige geneesmiddelen zijn duur omdat men er jarenlang naar heeft moeten zoeken.

In de apotheek vind je honderden verschillende medicijnen. Natuurlijk kent de dokter die niet allemaal. Af en toe moet hij in een medicijnengids het juiste geneesmiddel opzoeken.

Sommige medicijnen zijn gevaarlijk als je er te veel van neemt. Misschien ga je daar niet meteen van dood, maar je kunt er wel heel ziek van worden. Vandaar dat doodshoofd. Om je te waarschuwen.

Met sommige medicijnen mag je dat, maar met andere helemaal niet! Vraag het dus eerst aan je dokter of je apotheker.

Het is niet zo dat als je je beter voelt, dat je ook echt genezen bent. Sommige ziektekiemen blijven als je je doosje niet helemaal leegmaakt. De kans bestaat dat je dan opnieuw ziek wordt, misschien wel zieker dan de eerste keer. Als je de ziektekiemen niet allemaal doodmaakt, kunnen ze sterker worden dan het medicijn. Dat betekent dat het medicijn de volgende keer niet of veel minder goed werkt.